1946-1964: DE ENE NA DE ANDERE VERHUIZING
Verhuizingen
Het eerste eigen "voetbalveld" ligt naast het zustersklooster aan de Hamersveldseweg. Een klein lapje grond in de vorm van een vierkant. Midden op het terrein staat een pomp. Verkleden gebeurt in 't Ros Beyaart bij eigenaar Piet Hilhorst. Zolang er slechts 'wild' of vriendschappelijk wordt gespeeld tegen Achterveld, Leusbroek (daar bestond sinds 20 juli 1946 de v.v. Leusden) en andere omliggende plaatsen heeft iedereen vrede met dit kleine veld.
Als Roda zich wil aanmelden bij de KNVB wordt dit veld niet goedgekeurd.
Het bestuur moet op zoek naar een andere locatie. De boeren in het dorp zijn echter geen voetballiefhebbers en vooral niet als het vee voor een paar uur van de wei moet. Ondanks alle terreinmoeilijkheden krijgt de club op 20 september 1946 voor goed geld het recht van gebruik op een weiland van boer P.Voskuilen in de Wetering. Het vee, dat de hele week op het voetbalveld graast, wordt een paar uur voor de wedstrijd weggehaald. De spelers verwijderen de koeienhopen en brengen de kalklijnen aan. Een meevallertje is dat het veld nooit hoeft te worden gemaaid. Dat doen de koeien. Een kleedlokaal wordt in elkaar getimmerd met planken die uit de vloer van de pastorie komen en enkele gestukadoorde rietmatten doen de rest. In het materiaal blijkt men niet ruim te zitten. Eén voetbal en werkschoenen om op te voetballen. Er is wel al een clubvlag, waarvoor de leden twintig textielpunten bijeen hebben gebracht.
Een jaar later verhuist de club naar een wei van boer Willem Vrijhoef aan de Hamersveldseweg (ter hoogte van de huidige Noorderinslag). De huur is hier namelijk wat lager. Vrijhoef krijgt er spijt van. Op een kwade dag vinden de voetballers het speelveld helemaal omgeploegd!
Evert Daatselaar van de Zwarteweg (naast garage Bloemendal) biedt hulp. Een jaar kan de club daar terecht.
In het uitbreidingsplan van 1951 wordt voorzien in de aanleg van een sportterrein in Hamersveld. In het ontwerp is dit sportveld gesitueerd aan de Zwarteweg, maar later wordt gekozen voor een terrein 'ongeveer 500 meter achter bakker Van de Hoven'. Dit weiland wordt door de gemeente gehuurd als sportterein voor de scholen van de eigenaar, Anton Daatselaar. "Daar waar niemand woont en je in het niemandsland verdwaalt". Veld is een luxe benaming voor de knollentuin. Het trainingsveld daarnaast is een modderbak. Trainen in het schaarse licht van lantaarnpalen.
In 1958 wordt het terrein geheel verhuurd aan de gemeente, die het op haar beurt weer verhuurt aan de voetbalverenigng. Dit tot verdriet van de protestantse fracties, die het gebruik van het terrein op zondag niet goedkeuren. Een Rooms Katholiek raadslid is juist bang dat de in meerderheid protestantse raad het voetballen op zondag onmogelijk maakt, meeste voetballers juist Rooms Katholiek zijn. Hij ziet dit voetballen juist als voordeel, want anders "neemt het cafebezoek weer toe, met alle daaraan verbonden gevolgen."
Ook op dit terrein kan de vereniging niet blijven. Een paar jaar wordt gespeeld op een door de gemeente gekocht stuk land van Gradus v.d. Hengel. Maar daar moet de club ook weg, want uitgerekend daar wordt de wijk Alandsbeek gerealiseerd.
In het gemeentelijke uitbreidingsplan van 1959 wordt voorzien in de aanleg van een sportterein. In juni 1962 wordt een terrein van ruim 1600 m2 aangekocht, dat na inzaaiiing na twee jaar als voetbalveld gebruikt kan worden. Van de kant van de protestants-christelijke raadsleden is bezwaar tegen de voetbalvereniging, vanwege de verstoring van de zondagsrust. Toch besluit de raad om het veld, waarop tot dan wordt gespeeld, zodanig op te knappen dat het nog twee jaar mee kan.
In juli 1962 deelt burgemeester Buining mee dat het college van B&W meent dat er niet langer gewacht kan worden met de realisering van de aanleg van een sportcomplex. Voor grondaankoop zal een bedrag van 180.000 gulden nodig zijn. De totale investering zal ruim vier ton bedragen, waarin nog niet de bouw van kleedkamers en dergelijke is begrepen, en ook niet de aanleg van een zwembad (tot deze aanleg wordt overigens in 1963 wel besloten).
De soms wat gespannen verhouding tussen een deel van de gemeenteraad en de plaatselijke voetbalvereniging wordt een stuk beter als in 1964 de club toezegt de op de nieuwe sportaccommodatie benodigde kleedruimten annex kantine gratis te zullen bouwen met materialen van de gemeente.
Uiteindelijk verhuist "v.v. Hamersveld", dat inmiddels weer is omgedoopt tot "Roda '46" (met het geboortejaar mag het weer wel van de bond), in 1964 naar het huidige complex, een heus sportcomplex aan de Bavoortseweg, even voorbij de flauwe bocht naar links.
Op 15 augustus 1964 wordt het Burgemeester Buiningpark officieel geopend. Door wie anders dan door burgemeester Buining zelf! Als jongste lid van de vereniging mag Andrew Tonneman de sleutel overhandigen aan de burgemeester. Zijn armen bezwijken bijna onder het gewicht van de sleutel, die heel letterlijk ‘gewichtig’ is gemaakt door er een lel van een frame aan te solderen — gedrapeerd op een kussen in zijn armen.
VELDEN VV HAMERSVELD EN RODA'46
1946 | Lapje grond in de vorm van een vierkant naast het zustersklooster aan de Hamersveldseweg. |
20-09-1946 | Een weiland van boer P.Voskuilen in de Wetering. |
1947 | Een wei van boer Willem Vrijhoef aan de Hamersveldseweg (ter hoogte van de huidige Noorderinslag) |
1949 | Een stuk land van Evert Daatselaar aan de Zwarteweg (naast garage Bloemendal) |
1951 | Een terrein van Anton Daatselaar, ongeveer 500 meter achter bakker Van de Hoven |
1960 | Een door de gemeente gekocht stuk land van Gradus v.d. Hengel, waar nu de wijk Alandsbeek is |
1964 | Complex aan de Bavoortseweg |