Hier de voorkant van Ruud Maas. In duel met Zoef de Haas,
oftewel Bengt Schmidt Hansen van PSV.
RUUD MAAS MAAKTE RODA (ZO) IN TWEE JAAR EERSTE KLASSER
Kort voor de laatste wereldoorlog, op 28 oktober 1939, werd in Den Haag Rudolf Lein Maas geboren. Rudolf Lein werd al spoedig gewoon maar Ruud en dat is het tot nu toe gebleven. Zoals in een grote stad meer voorkomt werd er door de jeugd voornamelijk op straat gespeeld. Ook het straatvoetbal maakte in Den Haag, vaak tot grote ergernis van de aanwonenden, een enorme bloeitijd door. Het was immers de tijd van ADO, HVV en VUC. Vrijwel iedere Haagse straat had een eigen voetbalploeg en op blinde gevels zag je de doelen gekalktmet in grote letters de naam van de favoriete club.
Vanaf zijn 10de jaar holde ook Ruud Maas regelmatig achter de bal aan. Lang heeft dat evenwel niet geduurd, want in 1950 verhuisde de familie Maas naar Amersfoort. In de keistad was van straatvoetbal veel minder sprake en daarom werd Ruud lid van een echte voetbalclub. Hij kwam als pupil bij Amersfoortse Boys. Een paar jaar bleef hij daar en al vrij snel werd bekend, dat Maas toch wel meer in zijn mars had, dan de gemiddelde Amersfoortse jongen.
17 jaar HVC
Hij stapte over naar de jeugdafdeling van HVC en bij die vereniging heeft hij het erg lang uitgehouden. Via de junioren kwam hij op 16-jarige leeftijd al bij de senioren en toen hij 18 jaar oud was, werd hij semi-prof bij de enige Amsfoortse club, die aan betaald voetbal deed. Meestal trad hij op als rechtsbuiten. In die tijd gold het stopperspilsysteem nog als de enige ware en een snelle buitenspeler was goud waard. Doch ook dat is maar betrekkelijk. Hij moest nog lachen (of huilen?) toen hij in een van zijn plakboeken zijn eerste profcontract terug vond. Op 16 december 1957 had hij zijn handtekening gezet, keurig naast die van HVC-voorzitter Mosterd en KNVB-topman Brunt, voor het kapitale bedrag van f 600,-- per jaar. U leest het goed: per jaar. Daar moeten ze nu eens om komen.
Maar goed, geld speelde kennelijk voor Maas niet zo’n grote rol, want hij bleef in totaal ruim 17 jaar bij HVC. In zijn 15 semiprofjaren behoorde hij tot de vaste kern van het eerste elftal en in die periode scoorde hij ruim 500 doelpunten in de competitiewedstrijden van de Amersfoortse club. Op 33-jarige leeftijd vond hij het welletjes. Natuurlijk gaf hij het voetballen niet helemaal op. Dat was ook eigenlijk niet te verwachten.
Trainer bij RODA
Ruud Maas werd oefenmeester bij de Leusdense voetbalvereniging Roda’46 en wel t.b.v. de zondag-selectie. In het seizoen 1973-1974 begon hij met een weliswaar goedwillend maar verouderd elftal, dat in de tweedeklasse van het KNVB-district Utrecht speelde. Reeds jarenlang waren de Leusdenaren bezig om uit de onderbond te komen. Het topteam kan het beste omschreven worden als te groot voor het servet, maar te klein voor het tafellaken. Het speelde afwisselend in de eerste en tweede klasse.
De samenwerking met zaterdagtrainer Leander en het Roda bestuur was uitstekend. Maas kon zeer zelfstandig handelen en deed dat dan ook. Uit de juniorenteams werden de meest belovende spelers klaargestoomd om de openvallende plaatsen in het eerste aan te vullen en zonder het aantrekken van vreemde spelers kon Maas binnen twee jaar met een bijna geheel verjongd elftal de weg omhoog inslaan.
De beginperiode van de afgelopen competitie was niet erg hoopvol, maar Roda kwam terug uit een reeds hopeloos lijkende positie. Toch konden de roodzwarten de competitie nog afsluiten met promotie naar de eerste klasse en dat moet vooral voor de oefenmeester toch wel een grote voldoening zijn geweest. Maas is bezig met het uitwerken van de plannen voor het komende seizoen. Hij mikt duidelijk hoger dan het vasthouden van het eerste klasseschap. Hij wil trachten zo hoog mogelijk te eindigen en als het een beetje meezit zelfs op de hoogste plaats. Volgens Maas is de kwaliteit daarvoor aanwezig. Volgend jaar bestaat Roda’46 dertig jaar en promotie naar de KNVB zou wel het allermooiste jubileumgeschenk zijn, dat denkbaar is…
Ruud Maas is in het bezit van een D-trainingslicentie en mag daarmee ook werken in de 4e klasse van de landelijke bond. Met een vooruitziende blik is hij inmiddels al aan het studeren geslagen voor C. Je kunt niet weten wat de toekomst nog voor verrassingen in petto heeft.
Maas neemt zijn werk bijzonder ernstig op. Hij is part-timetrainer naast zijn normale werkzaamheden bij Bronswerk in Amersfoort. Twee avonden in de week, dinsdag en donderdag, wordt met diverse groepen getraind van 8.00 tot 21.30 uur met daarna nog een gezellig babbeltje met de spelers. ‘s Zondags begeleidt hij Roda’s eerste elftal bij de wedstrijden. Maas geniet alle medewerking van zijn jongens en heeft zelf het volste vertrouwen in de ploeg. Hij ziet de toekomst optimistisch tegemoet.
Na de nodige oefenwedstrijden in de maand juli gaat de competitie op 3 augustus weer van start en voor wat de Roda-ploeg betreft onder het motto ”de eerste klap is een daalder waard.”
Leusder Krant 16 juli 1975
En dit is zijn achterkant (no 5). Zelfs uit deze bijna onmogelijke positie wist
hij nog te scoren.