Piet Wendel: "Roda'46 is echt mijn cluppie"

1971_dagelijks_bestuur_500x345.jpg
Het dagelijks bestuur van Roda'46 in 1971: V.l.n.r.: Secretaris J.v.d.Berg, Voorzitter P.Wendel, Penningmeester H.Klasens

 

CLUBICOON PIET WENDEL: “RODA IS ECHT MIJN CLUPPIE”

piet_wendel_vegen_200x317.jpgPiet Wendel was niet te beroerd om zelf een verger te pakken


Hij was voorzitter van Roda ’46 in een periode vol verandering. Piet Wendel  zag vrijwilligers hun eigen clubhuis bouwen, een spectaculair kampioenschap in Baarn, een prachtig 25-jarig jubileum en de oprichting van een vrouwenelftal. Na zijn termijn als voorzitter, zat hij in bijna alle commissies en hij blijft nog steeds graag komen. Bij zowel thuis- als uitwedstrijden van de Zondag 1 is de inmiddels 78-jarige Wendel aanwezig.  “Roda is echt mijn cluppie.”

Hij was de eerste vreemde voorzitter voor Roda ’46. Een man die helemaal niet uit Hamersveld afkomstig was. Piet Wendel komt uit Noorden. Een dorpje vlakbij Woerden in Zuid-Holland. Daar werd hij op 27 mei 1937 geboren en leefde hij de eerste vierentwintig jaar van zijn leven. Hij leerde daar ook zijn vrouw Gerda kennen en trouwde met haar. Allemaal nog voor dat de jonge Piet ook maar gehoord had van een dorpje dat Hamersveld heette. “Ik zat in de conserven bij Veluco. Als vertegenwoordiger was het midden van het land mijn rayon. Ik had een jaar de tijd om te verhuizen. Via een advertentie is Gerda toen gekomen bij de bouw van huizen in Hamersveld”.

Zo komt Wendel (op de foto rechts in 1970) in Hamersveld terecht. Een dorpje wat toentertijd nog niet zoveel voorstelde, maar wel aan het groeien was. In Noorden voetbalde hij al. Sterker nog: Hij zat daar als jonge knul al in het bestuur. “Bij NSV ’46 (de plaatselijke vereniging in Noorden) speelde ik al een aantal jaar in het eerste. Ik was best een ondernemend baasje. Er zaten een hoop oude mensen in het bestuur bij NSV en ik vond eigenlijk wel dat ik het beter kon. Dat ik NSV wat meer body kon geven. Ik ben er dus op hele jonge leeftijd secretaris geworden”.

De verhuizing naar Hamersveld zorgde er in eerste instantie niet voor dat Wendel vertrok bij NSV. “Ik was daar net begonnen met het uitgeven van de NSV Kroniek. De eerste stapjes van een clubblad voor de vereniging. Ik dacht dat ik het wel zou volhouden. In Hamersveld wonen en me blijven inzetten en voetballen bij NSV”. De geboorte van het eerste kroost in de familie Wendel zorgt er echter voor dat hij zijn activiteiten in Noorden moet stopzetten. “Mijn dochter werd geboren. Dat maakte het best bezwaarlijk om iedere week naar Noorden te gaan. Ik ben gestopt en dacht erover helemaal te stoppen met voetballen. Dat was het ook niet. Zodoende heb ik me ingeschreven bij v.v. Hamersveld”.

Als Wendel  in 1962 bij Hamersveld komt voetballen, wordt er nog gevoetbald aan de Asschatterweg. Hij speelt een aantal jaar in het eerste en maakt de verhuizing naar het Burgemeester Buiningpark in 1964 van dichtbij mee. De club gaat Roda ’46 heten. Doordat het dorp Hamersveld door de vele nieuwbouw groeit, stijgt ook het ledental van de vereniging snel.

Gaan voetballen in Hamersveld betekent voor Piet niet dat hij ook zijn stempel op deze vereniging wilt drukken. “Ik ben echt bij Hamersveld gaan voetballen met het idee om alleen te gaan voetballen”. Het liep anders. Samen met een kennis gaat Wendel naar één van de ledenvergaderingen (toen nog gehouden in het Ros Beyaart). “Ik was, en voelde, me natuurlijk een nieuweling. Maar ik was tijdens die vergadering toch best kritisch op een aantal zaken”. Waarschijnlijk zijn de opmerkingen van Wendel die avond opgevallen bij het toenmalige bestuur, want Jan van de Berg en Arie Houtveen (toenmalig secretaris en penningmeester) belden Piet niet lang daarna op. “Of ze een keer langs konden komen. Dat vond ik prima. Uit die gesprekken kwam de vraag of ik voorzitter wilde worden”.

Zo wordt Piet Wendel in de zomer van 1968, op zijn 30e, voorzitter van Roda ’46. “Ik had me inderdaad voorgenomen alleen te gaan voetballen bij Roda. Maar ach, ik ben een verenigingsman. Ik dacht dat ik, ook in een groeiend dorp, wat bij kon dragen aan de ontwikkeling”. De geboren Noordenaar begint gelijk om de vereniging structureel wat beter in elkaar te zetten. “We zijn begonnen met een dagelijks bestuur naast het algemene bestuur. Bovendien is er een start gemaakt met meerdere commissies”.

piet_wendel_25_jarig_jubileum_400x231.jpg
1971 - Piet Wendel tijdens het feest vanwege het 25-jarig bestaan


In 1969 komt het bestuur van Roda ’46 op de jaarvergadering met het plan om een eigen clubhuis te gaan bouwen. Dick Opstelten, dan bestuurslid, is ook architect en maakt een ontwerp van de te bouwen kantine. “Dat deed Dick voor ons en kostte ons dus niets. Het realiseren van het bouwwerk zou een ander verhaal worden, want we hadden geen cent”. In het originele idee waar Roda subsidie mee aanvraagt in de gemeenteraad, kost het clubhuis 165.000,- gulden. De raad vond het allemaal te duur en te groots. Via gemeente-architect Roggekamp komt Roda tot een versobering waardoor de raad alle lichten op groen zet.

piet_wendel_grondwerk_bij_start_bouw_clubhuis_279x200.jpg

1971 - Grondwerk bij start bouw clubhuis. vlnr J. v.d. Berg, D. Opstelten (architect), P. Wendel, J. Maten (aannemer).

Geld komt binnen van de provincie, gemeente en het N.S.F. (inmiddels NOC-NSF). Dat is echter nog lang niet genoeg. “We zijn toen met de actie ‘Roda thuis in eigen huis’ begonnen. Onder dat motto zijn we geld gaan inzamelen. Middels een loterij, kaartavonden, de Roda-lotto en een heuse chocoladeletter verkoop hebben we flink wat geld binnengehaald”. Het overige geldbedrag komt van de bank.

In april 1970 wordt begonnen met bouwen. “Met het dagelijks bestuur zijn we al snel toegetreden tot de bouwcommissie. Een grote groep vrijwilligers (meer dan 100 man) heeft er ontzettend veel tijd in gestoken”. Roda verstuurde formulieren naar de leden. Een voor een moesten deze aangeven wat ze deden voor de kost. “Zo kregen we bouwvakkers, timmermannen, boekhouders, van alles bij elkaar. Cees Leyenaar sr. heeft het toen allemaal aangestuurd. Iedereen deed wat hij moest doen. Wonderbaarlijk genoeg stond er binnen een half jaar een gloednieuw clubhuis”. Tegenwoordig is op de plaquette in de kantine nog duidelijk zichtbaar welke topvrijwilligers de bouw hebben mogelijk gemaakt.

Een ander hoogtepunt in zijn tijd als voorzitter noemt Wendel het kampioenschap in 1971 bij Limvio in Baarn tegen Actif. “We hadden bloemen meegenomen. We stonden tot vlak voor tijd achter en ik was al naar de kleedkamer van Limvio gelopen om ze daar onder de deur door te schuiven. Toen ik terug naar het veld liep maakte we gelijk en in de extra tijd wonnen we hem zelfs nog. Dat was echt sensationeel”. Ook het 25-jarig jubileum in dat zelfde jaar mag niet onvermeld blijven. “Wat hadden we een prachtig feest bij Pon in de zaal. Hoogtepunt was natuurlijk de wedstrijd van de Feyenoord veteranen tegen een elftal van Roda”. Ook in 1971 wordt het damesvoetbal binnen de vereniging opgericht. “Dat was in die tijd toch wel erg bijzonder”.

In 1972 treedt Piet Wendel af als voorzitter. Een nieuwe termijn zit er, zoals hij het zelf zegt, niet in uit zelfbescherming. “Ik merkte bij mezelf dat ik een beetje te druk was geweest. Ik voelde me heel erg moe. Toen pas besefte ik me dat ik eigenlijk toch wel dag en nacht met Roda bezig was. Ik nam bij veel dingen het voortouw, dat was op den duur een beetje teveel geworden. Daarom heb ik een stapje terug gedaan”. Halverwege de jaren zeventig breidt het gezien Wendel zich ook verder uit en verandert Piet van werkgever. Het zorgt ervoor dat hij een tijdje iets minder actief is binnen de vereniging die hij zo lief heeft.

Wat Wendel wel gewoon blijft doen is voetballen. Dat doet hij tot (bijna) zijn vijftigste. De laatste jaren bij de veteranen. Echt afstand nemen van een leidende functie binnen de vereniging kan de inmiddels vader van meerdere kinderen, toch ook niet. “

jubleumgids019a_200x291.jpg
Op 11 december 1971 opent voorzitter Piet Wendel het nieuwe clubhuis

Uiteindelijk kruipt het bloed waar het niet gaan kon en heb ik in bijna iedere commissie gezeten”. Wendel doet een periode veel voor de Roda Sport (later Roda Actueel), het clubblad van de vereniging. Hij neemt zitting in het Algemeen Bestuur en de sponsor- en accommodatie commissie. Langs die weg maakt de dan wat op leeftijd komende Wendel nog meer mee.

Het is al rond de eeuwwisseling als een inmiddels gelouterde Wendel zitting neemt in het bestuur als hoofd van de sponsor- en accommodatie commissie. “Met de commissie hebben we er eerst voor gezorgd dat er rondom het hele hoofdveld reclameborden kwamen te hangen. Dan gaat het lopen, omdat mensen zien wat je aan het doen bent als commissie. Het lukte uitstekend”. Ook voor de kleding is een nieuwe sponsor nodig en men beland bij Evert Schoonderbeek. “Die kende ik nog uit mijn tijd als voorzitter. Hij voetbalde toen en het klikte goed. Het ging uiteindelijk zelfs om het worden van hoofdsponsor, maar hij wist nog niet precies hoe hij zijn sponsoring wilde invullen. Wij hebben toen voorgesteld dat we een overdekte tribune wilde hebben. Op die manier is het beschikbaar gestelde geld van de nieuwe hoofdsponsor op een geweldige manier van pas gekomen. Later heeft hij ook nog tot tweemaal toe de kantine verbouwd en uitgebreid”.

Als Wendel de zeventig gepasseerd is, vindt hij het tijd om het stokje over te dragen. Hij stopt eerst met de sponsor commissie en daarna ook met de accommodatie commissie. Maar niet voor hij de 65+ groep op heeft gericht. “We hadden toen te maken met allerlei vernielingen en achterstallig onderhoud op de club. Ik dacht: als we nou eens wat mensen bij elkaar krijgen die de boel wat kunnen onderhouden, zou dat leuk zijn”. Wim Vrijhoef, de laatst nog levende oprichter van Roda, wordt gevraagd om tijdens een kaartavond op de club te inventariseren. “Binnen de kortste keren hadden we twintig man bij elkaar. Bij die groep ben ik nog steeds actief met de bladblazer. We hebben een hele diverse groep oudere mannen bij elkaar, die van alles kunnen opknappen en repareren. Dat wil ik blijven doen, zolang mijn fysiek het toelaat”.

Nadat hij de sponsorcommissie heeft overgedragen aan Henk Snel en de accommodatie commissie aan Ko de Kruyff, doet Wendel definitief een stap terug. “Ik vond dat ik er lang genoeg had gezeten. Het werd tijd dat anderen het gingen doen”. Zonder horten of stoten gaat afstand nemen niet. “Ik ben zoveel jaren actief geweest en heb vaak voorop gelopen. Dan is loslaten best moeilijk. Als ik merk dat er dingen beter kunnen, dan stoor ik me daar wel eens aan. Maar, ik begin er echt niet meer aan. Het is mooi geweest. Ik blijf echter wel mijn mening geven als daarom gevraagd wordt”. 

Buiten het werk met de oude mannen ploeg is Piet een trouwe supporter van de zaterdag. “Als die thuis spelen en ik kan, dan ben ik er om te kijken”. Een nog trouwere supporter is hij echter van de zondag. “Daar ben ik in principe altijd. Zowel thuis als uit. Ik ben een Roda man en heb in alle functies die ik gehad heb, voor beide afdelingen, even hard gewerkt. Maar als supporter ben ik toch nog meer een zondag man”.

Over Roda ’46 anno 2015 is Wendel gematigd positief. “Ik denk dat we een goede vereniging hebben. Ik zou wel willen dat er af en toe wat meer betrokkenheid is, zonder de goede daarmee aan te spreken. Het is allemaal wat afstandelijker geworden, ook door de schaalgrootte”. De verjonging die in de verschillende compartimenten van de vereniging worden doorgevoerd zijn voor de inmiddels 78-jarige Wendel ook goed nieuws. “De technische- en sponsor commissie hebben uitgebreid en verjongd en we krijgen nu ook een jonge voorzitter. Dat lijkt me een uitstekende keus. Ik denk dat hij (Onno Schneiders) het kan, qua capaciteiten. Hij kan organiseren en hij past bij de verjonging die nodig is. Een nieuwe generatie moet het langzaam aan gaan overnemen”.

Wendel werd in 2009 voor zijn activiteiten onderscheiden als Lid in de Orde van Oranje Nassau. Ook werd hij in dat jaar benoemd tot erelid bij Roda. Vanzelfsprekend betekent de vereniging heel veel voor hem. “Roda is gewoon echt mijn cluppie. Ik ben al meer dan 53 jaar lid. Ook NSV gaat me nog aan het hart hoor, al klinkt dat misschien best gek. Wij zijn als familie best traditioneel. Als we ergens voor gaan, dan lopen we er niet snel voor weg. Ik ben ooit bij Hamersveld begonnen en dat is een prachtig onderdeel van mijn leven waar ik heel veel tijd in heb gestoken”. Het Roda boek is overigens nog niet dicht voor Wendel. “Ik blijf altijd kijken naar dingen die beter kunnen. Ik ken zoveel mensen en hou ervan om ze aan te spreken. Ik snap wel dat we in een digitale wereld leven met e-mail en zo, maar het blijft nog altijd de toon van spreken die de muziek maakt. Op die manier zal ik blijven proberen te helpen”.


Tekst: Marc Mispelblom