Voetbalhuiswerk bij Roda ’46, deel 2


Hallo trainers!
De kop is eraf en we hopen dat het trainersvak jullie bevalt.
Deze keer gaan we het wat moeilijker maken en dat doen we stap voor stap. Blijf nog wel de oefenstof van vorige week herhalen. Wil je met je techniek vooruitkomen dan hoort herhalen er gewoon bij. De oefeningen van deze week sluiten aan bij die van vorige week.

Voor de warming-up heb je wat stoepkrijt of gewoon je fantasie nodig. Trek een rechte lijn op de stoep of maak een denkbeeldige lijn in je hoofd, tenzij je een speedladder hebt zoals in het filmpje.
Je kan nude nieuwe oefening uitvoeren zoals bij het: Lijntje trap.
Denk even aan een auto die, met draaiende motor, voor het stoplicht staat en begin met lijntje-trap (motortje). Als het lekker regelmatig loopt springt het licht op groen en ga je naar voren (tiki-taki).
Tiki-taki is eigenlijk een buiten- binnen dribbel zonder bal.
Voordat we dit mét de bal gaan doen, moeten we nog even de lachspieren trainen. Doe dezelfde oefening nu een keer met platte voeten, alsof je ‘m met klompen of met grote clownsschoenen doet.
Knappe jongen of meisje die nu nog snel kan wegdribbelen!
Als het tiki-taki daarna weer lekker loopt op de voorvoeten, kan je mét de bal aan de gang gaan.
Luister goed of de tikjes van de binnen- en buitenkant voet hetzelfde klinken: je hebt dan een mooie,
precieze, dribbel.

 

 

De tussentikken gaan we ook herhalen, maar dan op een wat andere manier. Deze oefening kan je met z’n tweeën doen óf met behulp van een muurtje. Als je ‘m tegen een muurtje doet, moet je er wel rekening mee houden dat de muur niet meedenkt. Speel je de bal hard in, dan kan je ‘m hard terugverwachten.
In plaats van te schaven zoals bij de tussentikken, gaan we de bal nu echt heen en weer tikken.
Deze oefening is zowel voor het aannemen als het inspelen bedoeld. Bij de aanname tikken we de bal al dansend van de ene naar de andere voet. Dan tikken we ‘m weer terug naar de aanname voet en spelen de bal in met een ‘strakke voet’. Het beeld dat het onderbeen vanaf de knie tot en met de voet een hockeystick is, maakt het makkelijker om de oefening goed uit te voeren. Het dansen zorgt er hierbij voor dat het standbeen loskomt en niet verstart: tik-tik-hockeystick.

 

 


Zoals jullie zien is Erik ook bij deze filmpjes de hoofdpersoon en hij laat tot slot zien hoe je een tegenstander met twee bewegingen achter elkaar kan uitspelen.
We gebruiken hiervoor twee varianten van de Cruijffdraai.
In het volgende filmpje is te zien dat je deze draai ook horizontaal achterlangs kan maken in plaats van schuin naar achteren. Bij een tegenstander die niet snel opgeeft moet je soms uit een ander vaatje tappen en dat is wat we gaan doen.
Je lokt hem of haar nu mee naar de zijkant en slaat de bal horizontaal achterlangs. Daarna scherm je de bal af door met je rug naar de tegenstander te draaien: de bal is nu weer voor je en je gaat weer meelokken naar de plek waar je vandaan komt. Plotseling verras je de tegenstander door een snelle draai (om je as) te maken en de bal naar voren te tikken.
De draai-om-de-as is een pittige beweging om uit te voeren. Maak eerst een paar keer de Cruijffdraai vóórlangs. Je slaat de bal nu voor je standbeen langs in plaats van achterlangs. Zorg er wel voor dat je de bal ‘weg hengelt’: op het moment dat je ‘m slaat mag de bal niet te dicht bij je speelbeen zijn. Als dat weer lekker loopt, maak je een klein bochtje om de-draai-om-de-as voor te bereiden.                  Op het laatst sla je de bal met een wervelende zwiep van je standbeen naar voren. Kijk goed hoe Erik dat doet!
Deze situatie kan zich op het middenveld voordoen.
Het middenveld is het gedeelte van het veld waar je, bijvoorbeeld bij Ajax, Onana zou kunnen tegenkomen (Ajax-Getafe, 27-2).

 

 

 

Veel plezier, succes en tot volgende week!

 

Fred Duijnstee.