SPELREGELS VELDVOETBAL |
|
Bron:http://www.knvb.nl |
Aanpassingen
Behoudens de goedkeuring van de betrokken nationale bond en vooropgesteld dat de principes van deze regels onaangetast blijven, zijn afwijkingen van de toepassing mogelijk bij wedstrijden van jeugdspelers onder de 16 jaar, bij dameswedstrijden en bij veteranenwedstrijden (spelers boven de 35 jaar) en bij G-voetbal.
De volgende aanpassingen mogen afzonderlijk of gezamenlijk worden toegepast:
a) de afmeting van het speelveld;
b) de grootte, het gewicht en het materiaal van de bal;
c) de afstand tussen de doelpalen en de hoogte van de doellat boven de grond;
d) de duur van het spel (eerste en tweede helft);
e) de wisselspelers.
Verdere aanpassingen zijn alleen toegestaan met toestemming van de International Football Association Board.
Mannelijk en vrouwelijk
In de spelregels wordt gemakshalve alleen verwezen naar het mannelijk geslacht ten aanzien van scheidsrechters, assistent-scheidsrechters, spelers en officials; bedoeld wordt zowel het mannelijke als het vrouwelijke geslacht. In aanvulling op de spelregels zullen de aanvullende instructies van de werkgroep spelregels te vinden zijn op de website van de KNVB. (www.knvb.nl)
Veldoppervlak
Wedstrijden mogen worden gespeeld op natuurlijke of kunstmatige oppervlakken overeenkomstig de competitiereglementen. De kleur van kunstgrasvelden is groen. Wanneer kunstgrasvelden worden gebruikt in ofwel competitiewedstrijden tussen vertegenwoordigende teams van bij de FIFA aangesloten bonden, ofwel in interna- tionale clubcompetitiewedstrijden, moet het oppervlak voldoen aan de eisen van de ‘FIFA Quality Concept for Football Turf’ of de ‘International Artificial Turf Standard’, tenzij speciale dispensatie is verleend door de FIFA.
Afbakening
Het speelveld is rechthoekig en gemarkeerd met lijnen. Deze lijnen behoren tot de gebieden die ze begrenzen. De twee lange lijnen heten zijlijnen en de twee korte heten doellijnen. Het speelveld is door een middenlijn, die het midden van de beide zijlijnen verbindt, verdeeld in twee helften. Het middelpunt van het speelveld wordt aangegeven in het midden van de middenlijn. Hieromheen is een cirkel getrokken met een straal van 9.15 meter. Markeringen mogen buiten het speelveld worden aangebracht, 9.15 meter van het hoekschopgebied en loodrecht (haaks) op de doellijn of de zijlijn, om er zeker van te zijn dat verdedigende spelers deze afstand houden wanneer een hoekschop wordt genomen.
Afmetingen
De lengte van de zijlijn moet groter zijn dan de lengte van de doellijn.
Lengte (zijlijn): minimaal 90 meter, maximaal 120 meter
Breedte (doellijn): minimaal 45 meter, maximaal 90 meter
Alle lijnen moeten dezelfde breedte hebben en mogen niet breder dan 12 cm zijn.
Noot: Bij besluit van het bestuur van de KNVB moeten de volgende afmetingen worden gehanteerd: minimaal 100 x 64 meter en maximaal 105 x 69 meter)
Internationale wedstrijden
Lengte: minimaal 100 meter, maximaal 110 meter
Breedte: minimaal 64 meter, maximaal 75 meter
Het doelgebied
Loodrecht op de doellijn zijn twee lijnen met een lengte van 5.50 meter getrokken op een afstand van 5.50 meter van de binnenzijde van elke doelpaal. Zij zijn aan de uiteinden verbonden door een lijn die evenwijdig loopt aan de doellijn. Het gebied dat door deze lijnen wordt begrensd, heet het doelgebied.
Het strafschopgebied
Aan beide uiteinden vanhet speelveld is op de volgende wijze een strafschopgebied aangegeven: Loodrecht op de doellijn zijn twee lijnen met een lengte van 16.50 meter getrokken op een afstand van 16.50 meter van de binnenzijde van elke doelpaal. Zij zijn aan de uiteinden verbonden door een lijn die evenwijdig loopt aan de doellijn. Het gebied dat wordt begrensd door deze lijnen, heet het strafschopgebied.
In elk strafschopgebied is een strafschopstip aangebracht op een afstand van 11 meter van het midden van de doellijn even ver van beide doelpalen. Buiten het strafschopgebied is een cirkelboog aangebracht met een straal van 9.15 meter, gemeten vanaf het midden van de strafschopstip.
Hoekvlaggenstokken
Op elke hoek dient een hoekvlaggenstok met vlag te staan. Deze hoekvlaggenstok is minstens 1.50 meter hoog en mag van boven niet in een punt eindigen. Er mogen ook vlaggenstokken worden geplaatst aan de uiteinden van de middenlijn op een afstand van minimaal 1 meter van de zijlijn.
Het hoekschopgebied
Binnen het speelveld is een kwartcirkel aangebracht, met een straal van 1 meter, gemeten vanaf elke hoekvlaggenstok.
De doelen
Op het midden van elke doellijn moet een doel zijn geplaatst. Het doel bestaat uit twee loodrecht staande palen, elk op gelijke afstand van de hoekvlaggenstokken, die aan de bovenzijde zijn verbonden door een horizontale doellat. De doelpalen en doellat moeten zijn gemaakt van hout, metaal of ander goedgekeurd materiaal. Ze moeten vierkant, rechthoekig, rond of ovaal van vorm zijn en mogen geen gevaar opleveren voor de spelers.
De afstand tussen de palen is 7.32 meter en de afstand van de onderkant van de doellat tot de grond is 2.44 meter. Beide doelpalen en de doellat moeten dezelfde breedte en dikte hebben en mogen niet breder zijn dan 12 centimeter. De doellijnen moeten dezelfde breedte hebben als de doelpalen en de doellat. Er mogen netten worden vastgemaakt aan de doelen en de grond achter de doelen, onder voorwaarde dat ze op goede wijze worden ondersteund en dat ze de doelver- dediger niet hinderen. De doelpalen en de doellatten moeten wit zijn.
Veiligheid
Doelen moeten deugdelijk in de grond zijn verankerd. Verplaatsbare doelen mogen alleen worden gebruikt als ze aan deze voorwaarde voldoen.
Noot KNVB: De KNVB heeft het gebruik van verplaatsbare doelen verboden met uitzondering van het pupillenvoetbal onder de voorwaarde, dat deze tijdens gebruik steeds deugdelijk zijn verankerd. Voor andere gebruikssituaties wijst de KNVB op mogelijke risico’s bij gebruik.
Het Speelveld
Alle afmetingen in meters.
De hoekvlag
Officiële beslissingen
OB 1
Daar waar een instructiezone bestaat, dient deze te voldoen aan de door de IFAB goedgekeurde vereisten, die zijn elders in deze uitgave zijn opgenomen in het ge- deelte genaamd ‘De Instructiezone’.
Interpretatie spelregels en richtlijnen voor scheidsrechters
Afbakening
Het is niet toegestaan om het speelveld af te bakenen met onderbroken lijnen of groeven. Wanneer een speler met zijn voet onrechtmatige markeringen aanbrengt op het speelveld, moet hij een waarschuwing ontvangen wegens onsportief gedrag. Wanneer de scheidsrechter dit opmerkt terwijl de bal in het spel is, moet hij de overtredende speler waarschuwen wegens onsportief gedrag bij de eerstvolgende keer dat de bal uit het spel is. Alleen de lijnen die staan aangegeven in Regel 1 mogen zijn aangebracht op het speelveld. Wanneer gebruik wordt gemaakt van kunstgrasvelden, zijn andere lijnen toegestaan, mits deze een andere kleur hebben en duidelijk zijn te onderscheiden van de lijnen die voor voetbal worden gebruikt.
Doelen
Indien de doellat uit zijn positie is geraakt of breekt, moet het spel worden onderbroken totdat de doellat is hersteld of in zijn oorspronkelijke positie is teruggebracht. Indien herstel niet mogelijk is, moet de wedstrijd worden beëindigd. Het gebruik van een touw om de doellat te vervangen is niet toegestaan. Indien de doellat kan worden hersteld, wordt het spel hervat met een scheidsrech- tersbal op de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken, tenzij dit gebeurde binnen het doelgebied; in dat geval wordt het spel hervat met een scheids- rechtersbal op de lijn van het doelgebied die evenwijdig loopt aan de doellijn zo dicht mogelijk bij de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.
De stand van de doelpalen ten opzichte van de doellijn moet in overeenstemming zijn met onderstaande illustraties. Als de doelpalen vierkant van vorm zijn (van bovenaf gezien), moeten de zijkanten parallel aan of haaks op de doellijn staan. De zijkanten van de doellat moeten parallel aan of haaks ten opzichte van het speelveld liggen. Als de doelpalen elliptisch van vorm zijn (van bovenaf gezien), moet de langste as haaks op de doellijn staan. De langste as van de doellat moet haaks liggen ten opzichte van het speelveld. 7,32 m Als de doelpalen rechthoekig van vorm zijn (van bovenaf gezien), moet de langste zijde haaks op de doellijn staan. De langste zijde van de doellat moet haaks liggen ten opzichte van het speelveld.
Commerciële reclame
Commerciële reclame moet zich op minimaal 1 meter van de zij- of doellijnen bevinden. Geen enkele vorm van reclame, zowel tastbaar als virtueel, is toegestaan op het speelveld, op de grond in het gebied tussen de doellijn en het doelnet, binnen de instructiezone, of binnen één meter vanaf de zijlijn en/of doellijn vanaf het moment dat de ploegen het speelveld betreden tot het moment dat ze het speelveld hebben verlaten voor de rust en vanaf het moment dat de ploegen opnieuw het speelveld betreden tot het einde van de wedstrijd. Er is ook geen reclame toegestaan op doelen, netten, vlaggenstokken of de bijbehorende vlaggen en er mag geen externe apparatuur (camera’s, microfoons e.d.) aan deze materialen worden bevestigd.
Logo’s en emblemen
De, zowel tastbare als virtuele, reproductie van representatieve logo’s of emblemen van de FIFA, confederaties, nationale bonden, competities, clubs of andere lichamen is verboden op het speelveld, de doelnetten en de netruimtes, de doelen, de vlaggenstokken en de bijbehorende vlaggen tijdens de wedstrijd.
DE BAL |
|
Eigenschappen en afmetingen
De bal
Vervanging van een onbruikbare bal
Indien de bal barst of onbruikbaar wordt tijdens de wedstrijd:
Als de bal barst of onbruikbaar wordt tijdens het nemen van een strafschop of tijdens een strafschoppenserie, terwijl de bal in voorwaartse richting beweegt en voordat de bal een speler, de doelpaal of doellat raakt
Indien de bal barst of onbruikbaar wordt terwijl deze niet in het spel is bij een aftrap, doelschop, hoekschop, vrije schop, strafschop of inworp:
De bal mag tijdens de wedstrijd alleen worden vervangen met toestemming van de scheidsrechter.
Officiële beslissingen
OB 1
In aanvulling op de eisen gesteld in Regel 2 mogen tijdens officiële competitiewedstrijden georganiseerd onder auspiciën van de FIFA of de confederaties alleen ballen worden gebruikt waarop één van de volgende aanduidingen is aangebracht:
Een dergelijk logo op een bal geeft aan dat deze officieel is getest en in overeenstemming is bevonden met specifieke technische eisen, verschillend voor elk logo, aanvullend aan de minimumeisen gesteld in Regel 2. De lijst met aanvullende eisen, specifiek voor elke categorie, moet zijn goedgekeurd door de International F.A. Board. De instituten die de testen uitvoeren, zijn onderworpen aan de goedkeuring van de FIFA.
Voor competities van nationale bonden mag ook worden verlangd dat de te gebruiken ballen één van deze drie logo’s hebben. In alle andere wedstrijden moet de bal voldoen aan de eisen van Regel 2.
OB 2
Tijdens competitiewedstrijden georganiseerd onder auspiciën van de FIFA, de confederaties en de nationale bonden, is geen enkele vorm van reclame op de bal toegestaan, met uitzondering van het embleem van de competitie, het embleem van de organisator van de competitie en het goedgekeurde handelsmerk van de fabrikant. De competitiereglementen kunnen beperkingen opleggen voor wat betreft de afmeting en het aantal van deze aanduidingen.
Interpretatie spelregels en richtlijnen voor scheidsrechters
Extra ballen
Er mogen extra ballen rondom het speelveld worden geplaatst om deze tijdens een wedstrijd te kunnen gebruiken, vooropgesteld dat deze ballen voldoen aan de eisen van Regel 2. Het gebruik van deze ballen valt onder de bevoegdheid van de scheidsrechter.
Aantal spelers
Een wedstrijd wordt gespeeld door twee partijen, elk uit niet meer dan elf spelers bestaande, van wie één de doelverdediger moet zijn. Een wedstrijd mag niet worden begonnen, indien een partij bestaat uit minder dan zeven spelers.
Aantal wissels
Officiële competities
Tijdens een officiële competitiewedstrijd, georganiseerd onder auspiciën van de FIFA, de confederaties of de nationale bonden, mogen maximaal drie wisselspelers worden gebruikt. De competitiereglementen moeten aangeven hoeveel wisselspelers mogen worden opgegeven, variërend van drie tot maximaal zeven.
Andere wedstrijden
In wedstrijden tussen nationale A-teams mogen maximaal zes wisselspelers worden gebruikt. In alle andere wedstrijden mag een groter aantal wisselspelers worden gebruikt, vooropgesteld dat:
Wanneer de scheidsrechter niet op de hoogte wordt gebracht, of wanneer er geen overeenstemming wordt bereikt vóór de wedstrijd, mogen er maximaal zes wisselpelers worden gebruikt.
Alle wedstrijden
Bij alle wedstrijden moeten de namen van de wisselspelers voor aanvang van de wedstrijd aan de scheidsrechter worden opgegeven. Elke wisselspeler wiens naam op dit tijdstip niet is opgegeven aan de scheidsrechter, mag niet deelnemen aan de wedstrijd.
Wisselprocedure
Om een speler te vervangen door een wisselspeler, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
Vervangen van de doelverdediger
Ieder van de overige spelers mag van plaats wisselen met de doelverdediger, onder de voorwaarden dat:
Overtredingen/straffen
Als een wisselspeler of gewisselde speler het speelveld betreedt zonder toestemming van de scheidsrechter:
Als een speler van plaats heeft gewisseld met de doelverdediger zonder toestem- ming van de scheidsrechter:
Voor elke andere overtreding van deze regel:
Spelers en wisselspelers die verwijderd zijn
Een speler die is verwijderd voordat de wedstrijd is begonnen, mag alleen vervangen worden door één van de opgegeven wisselspelers. Een opgegeven wisselspeler die is verwijderd, zowel voor als na het begin van de wedstrijd, mag niet worden vervangen.
Interpretatie spelregels en richtlijnen voor scheidsrechters
Wisselprocedure
Extra personen op het speelveld
Onbevoegde personen
Een ieder die niet als speler, wisselspeler of teamofficial op de elftallijst is opgegeven wordt gezien als een ‘onbevoegd persoon’; dit geldt tevens voor een speler die van het speelveld is gezonden.
Wanneer een ‘onbevoegd persoon’ op het speelveld komt:
Teamofficials
De trainer/coach en andere officials die op de elftallijst staan vermeld (met uitzondering van spelers of wisselspelers) worden beschouwd als teamofficials. Wanneer een teamofficial het speelveld betreedt:
Speler buiten het speelveld
Wanneer een speler het speelveld opnieuw betreedt zonder toestemming van de scheidsrechter, nadat hij het heeft verlaten:
Wanneer de scheidsrechter het spel onderbreekt, moet het worden hervat:
Wanneer een speler per ongeluk de doel- of zijlijn overschrijdt, wordt dit niet gezien als een overtreding. Buiten het speelveld komen kan worden gezien als een onderdeel van de spelsituatie.
Wisselspeler of gewisselde speler
Wanneer een wisselspeler of een gewisselde speler het speelveld betreedt zonder toestemming:
Wanneer de scheidsrechter het spel onderbreekt moet het worden hervat met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij vanaf de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken (zie Regel 13 - Plaats van de Vrije Schop).
Doelpunt gescoord met een extra persoon op het speelveld
Wanneer de scheidsrechter, nadat een doelpunt is gescoord en voordat het spel is hervat, constateert dat zich een extra persoon op het speelveld bevond toen het doelpunt werd gescoord:
Minimum aantal spelers
Wanneer de competitiereglementen bepalen dat alle spelers en wisselspelers bekend moeten zijn voor de aftrap, en een team begint met minder dan elf spelers, dan mogen alleen de spelers die in de basisopstelling genoemd werden het elftal aanvullen.
Hoewel een wedstrijd niet mag worden begonnen wanneer een team minder dan zeven spelers heeft, wordt het minimum aantal spelers per team om een wedstrijd voort te zetten overgelaten aan de bevoegdheid van de bonden. Echter, de IFAB is van mening dat een wedstrijd niet zou moeten worden voortgezet wanneer er minder dat zeven spelers in een team zijn.
Wanneer een team minder dan zeven spelers heeft omdat één of meerdere spelers met opzet het speelveld hebben verlaten, is de scheidsrechter niet verplicht om de wedstrijd te onderbreken en mag hij de voordeelregel toepassen. In een dergelijk geval moet de scheidsrechter de wedstrijd niet hervatten wanneer de bal uit het spel is gegaan en een team niet het vereiste aantal van zeven spelers heeft.
Veiligheid
Een speler mag niets dragen dat gevaarlijk is voor hem of een andere speler (dit geldt ook voor alle soorten sieraden).
Standaarduitrusting
De verplichte standaarduitrusting van een speler bestaat uit:
• een trui of shirt;
• een korte broek - wanneer een zogenaamde slidingbroek wordt gedragen, moet deze van dezelfde hoofdkleur zijn als de korte broek;
• kousen;
• scheenbeschermers;
• schoenen.
Scheenbeschermers
• moeten volledig zijn bedekt door de kousen;
• moeten zijn vervaardigd van geschikt materiaal (rubber, plastic of vergelijkbaar materiaal);
• moeten een redelijke mate van bescherming bieden.
Doelverdedigers
De doelverdediger moet kleding dragen die hem onderscheidt van de andere spelers, de scheidsrechter en de assistent-scheidsrechters.
Overtredingen/straffen
Bij een overtreding van deze regel:
• dient het spel niet te worden onderbroken;
• moet de overtredende speler, in opdracht van de scheidsrechter, het speelveld verlaten om zijn uitrusting in orde te brengen;
• verlaat de speler het speelveld bij de eerstvolgende onderbreking, tenzij hij zijn uitrusting al in orde heeft gebracht;
• mag een speler die is opgedragen het speelveld te verlaten om zijn uitrusting in orde te brengen, niet terugkeren zonder toestemming van de scheidsrechter;
• controleert de scheidsrechter of de uitrusting van de speler in orde is voordat hij hem toestemming geeft het speelveld weer te betreden;
• mag de speler alleen dan het speelveld weer betreden, wanneer de bal uit het spel is.
Een speler aan wie is opgedragen om het speelveld te verlaten vanwege een overtreding van deze regel en die het speelveld (opnieuw) betreedt zonder toestemming van de scheidsrechter, ontvangt een waarschuwing door het tonen van de gele kaart.
Spelhervatting
Als het spel is onderbroken door de scheidsrechter om een waarschuwing te geven:
• wordt de wedstrijd hervat met een indirecte vrije schop, te nemen door een speler van de tegenpartij, vanaf de plaats waar de bal was toen de scheidsrechter de wedstrijd onderbrak.
Het gezag van de scheidsrechter
Elke wedstrijd staat onder leiding van een scheidsrechter, die het volledige gezag heeft om de spelregels toe te passen met betrekking tot de wedstrijd waarvoor hij is aangesteld.
Bevoegdheden en plichten
De scheidsrechter:
• past de spelregels toe;
• geeft leiding aan de wedstrijd in samenwerking met de assistent-scheidsrechters en, waar van toepassing, met de vierde official;
• ziet erop toe dat elke te gebruiken bal voldoet aan de eisen gesteld in regel 2;
• ziet erop toe dat de uitrusting van de spelers voldoet aan de eisen gesteld in regel 4;
• treedt op als tijdwaarnemer en maakt aantekeningen van de wedstrijd die van belang zijn;
• onderbreekt, staakt of beëindigt de wedstrijd naar zijn oordeel voor ieder soort overtreding van de regels;
• onderbreekt, staakt of beëindigt de wedstrijd vanwege enige vorm van overlast van buitenaf;
• onderbreekt de wedstrijd indien naar zijn oordeel een speler ernstig geblesseerd is en ziet erop toe dat de speler van het speelveld wordt verwijderd;
• laat het spel doorgaan totdat de bal uit het spel is, als een speler, naar zijn oordeel, slechts licht geblesseerd is;
• ziet erop toe dat een speler met een bloedende wond het speelveld verlaat. De speler mag alleen terugkeren na een teken te hebben ontvangen van de scheidsrechter, die ervan overtuigd moet zijn dat het bloeden is gestopt;
• laat het spel doorgaan wanneer de partij waartegen een overtreding werd begaan hieruit voordeel kan trekken en bestraft de oorspronkelijke overtreding indien het verwachte voordeel op dat moment achterwege blijft;
• bestraft de zwaarste overtreding indien een speler tegelijkertijd meer dan één overtreding begaat;
• neemt disciplinaire maatregelen tegen spelers die zich schuldig maken aan een overtreding die bestraft dient te worden met een waarschuwing of een veldverwijdering. Hij is niet verplicht dit onmiddellijk te doen, maar moet dit wel doen wanneer de bal vervolgens uit het spel is;
• treedt op tegen clubofficials die zich niet op een verantwoorde manier gedragen en kan, naar zijn oordeel, hen van het speelveld en de directe omgeving verwijderen;
• handelt op advies van de assistent-scheidsrechters met betrekking tot voorvallen die hij zelf niet heeft waargenomen;
• ziet erop toe dat er geen onbevoegde personen op het speelveld komen;
• hervat de wedstrijd nadat deze is onderbroken;
• voorziet de bond van een wedstrijdrapport waarin opgenomen informatie over elke genomen disciplinaire maatregel tegen spelers en/of clubofficials en ieder ander voorval dat plaatsvond vóór, tijdens of na de wedstrijd.
Beslissingen van de scheidsrechter
De beslissingen van de scheidsrechter betreffende spelaangelegenheden zijn bindend. De scheidsrechter mag alleen op een beslissing terugkomen wanneer hij inziet dat de beslissing onjuist was of, naar zijn oordeel, op advies van een assistent-scheidsrechter, vooropgesteld dat hij het spel nog niet heeft hervat.
OFFICIËLE BESLISSINGEN
OB 1
Een scheidsrechter (of indien van toepassing een assistent-scheidsrechter of vierde official) kan niet aansprakelijk worden gesteld voor:
• enige soort verwonding opgelopen door een speler, official of toeschouwer;
• enige schade aan eigendommen van welke soort dan ook;
• enige andere schade geleden door enig individu, club, bedrijf, bond of ander lichaam, ten gevolge van, of mogelijk ten gevolge van, welke beslissing dan ook die hij mag nemen in het kader van de spelregels of met betrekking tot de normale procedures die vereist zijn om een wedstrijd te organiseren, te spelen en te leiden.
Een dergelijke beslissing kan zijn:
• een beslissing dat de toestand van het speelveld of het terrein of de weersomstandigheden zo zijn, dat ze al dan niet mogelijk maken dat een wedstrijd gespeeld kan worden;
• een beslissing om een wedstrijd te staken om welke reden dan ook;
• een beslissing inzake de toestand van de uitrusting van het speelveld of het spelmateriaal, inclusief de doelpalen, doellat, hoekvlaggenstokken en de bal;
• een beslissing om een wedstrijd al dan niet te onderbreken vanwege overlast van het publiek of vanwege enig probleem op de tribunes of langs het speelveld;
• een beslissing om het spel al dan niet te onderbreken om toe te staan dat een geblesseerde speler het speelveld verlaat om te worden verzorgd;
• een beslissing om te verzoeken of te eisen dat een geblesseerde speler het speelveld verlaat om verzorging mogelijk te maken;
• een beslissing om een speler al dan niet toe te staan bepaalde kleding of uitrusting te dragen;
• een beslissing (voor zover dit tot zijn verantwoordelijkheid gerekend kan worden) om al dan niet toe te staan dat enigerlei personen (inclusief club- en terreinofficials, veiligheidsbeambten, fotografen of andere mediavertegenwoordigers) aanwezig zijn in de nabijheid van het speelveld;
• enige andere beslissing die hij kan nemen in overeenstemming met de spelregels of overeenkomstig zijn taken conform de voorwaarden van de FIFA, confederatie, nationale bond of competitiereglementen of voorschriften waaronder de wedstrijd wordt gespeeld.
OB 2
De rol en taak van een bij een toernooi of in een competitie aangestelde vierde official dienen in overeenstemming te zijn met de richtlijnen, goedgekeurd door de International F.A. Board.
OB 3
Of er wel of geen doelpunt is gemaakt en de eindstand van de wedstrijd, behoren (eveneens) tot spelaangelegenheden.
Taken
Er worden twee assistent-scheidsrechters aangesteld, die tot taak hebben, afhankelijk van de beslissing van de scheidsrechter, aan te geven:
• wanneer de bal geheel en al buiten het speelveld is;
• welke partij recht heeft op een hoekschop, doelschop of inworp;
• wanneer een speler gestraft kan worden omdat hij zich in buitenspelpositie bevindt;
• wanneer men een wisselspeler wenst in te zetten;
• wanneer onbehoorlijk gedrag of enig ander voorval heeft plaatsgevonden buiten het gezichtsveld van de scheidsrechter;
• wanneer overtredingen hebben plaatsgevonden, indien de assistent-scheidsrechters zich dichter bij de situatie bevinden dan de scheidsrechter (dit houdt ook in - onder bijzondere omstandigheden - bij overtredingen in het strafschopgebied);
• of, bij strafschoppen, de doelverdediger zich voorwaarts heeft begeven voordat de bal is getrapt en of de bal over de doellijn is gegaan.
Assistentie
De assistent-scheidsrechters moeten bovendien de scheidsrechter bijstaan de wedstrijd overeenkomstig de spelregels te leiden. Met name kunnen zij het speelveld betreden om te helpen de afstand van 9.15 meter te bewerkstelligen. In geval van ongeoorloofde inmenging of onbehoorlijk gedrag van een assistent-scheidsrechter zal de scheidsrechter hem van zijn taak ontheffen en hierover rapporteren aan de bevoegde instantie.
Speeltijd
Een wedstrijd bestaat uit twee gelijke helften van 45 minuten, tenzij anders is overeengekomen tussen de scheidsrechter en de twee deelnemende partijen. Elke afspraak om de duur van de helften te veranderen (b.v. elke helft met vijf minuten inkorten wegens onvoldoende licht) moet zijn gemaakt voor aanvang van de wedstrijd en moet in overeenstemming zijn met de competitiereglementen.
De rust na de eerste helft
De spelers hebben recht op een rust na de eerste helft. Deze rust mag niet langer duren dan 15 minuten. In de competitiereglementen moet zijn opgenomen hoe lang de rust na de eerste helft duurt. De duur van de rust na de eerste helft mag alleen met toestemming van de scheidsrechter worden gewijzigd.
Bijtellen van verloren tijd
In elke helft wordt tijd bijgeteld die verloren is gegaan door:
• het wisselen van spelers;
• het beoordelen (verzorgen) van blessures bij spelers;
• het verlaten van het speelveld door geblesseerde spelers voor verzorging;
• tijd rekken;
• enige andere reden.
De tijd die wordt bijgeteld is ter beoordeling van de scheidsrechter.
Strafschop
De speeltijd wordt verlengd om een strafschop te laten nemen aan het einde van elke helft of aan het einde van de eerste of tweede helft van de verlenging.
Verlenging
Competitiereglementen kunnen voorzien in een verlenging bestaande uit twee gelijke helften. De voorwaarden van regel 8 zijn van toepassing.
Gestaakte wedstrijd
Een gestaakte wedstrijd wordt overgespeeld, tenzij de competitiereglementen anders bepalen.
Vóór de beginschop
Een muntstuk wordt opgeworpen en de partij die de toss wint, kiest het doel voor de eerste helft. De andere partij neemt de beginschop. De partij die de toss wint, neemt aan het begin van de tweede helft de beginschop. In de tweede helft wisselen de partijen van speelhelft.
De aftrap
Een aftrap is de manier om het spel te beginnen of te hervatten:
• aan het begin van de wedstrijd;
• nadat een doelpunt is gemaakt;
• aan het begin van de tweede helft;
• aan het begin van elke verlenging, indien van toepassing.
Uit een aftrap kan rechtstreeks worden gescoord.
Procedure
• alle spelers bevinden zich op eigen speelhelft;
• alle tegenstanders van de nemer bevinden zich op tenminste 9.15 meter van de bal totdat deze in het spel is;
• de bal moet stilliggen op de middenstip;
• de scheidsrechter geeft een teken;
• de bal is in het spel wanneer hij getrapt is en in voorwaartse richting beweegt;
• de nemer mag de bal niet voor de tweede keer raken voordat deze is geraakt door een andere speler.
Wanneer een partij een doelpunt heeft gemaakt, wordt de aftrap genomen door de tegenpartij.
Overtredingen/straffen
Indien de nemer de bal voor de tweede keer raakt voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Voor elke andere overtreding van de aftrapprocedure:
• moet de aftrap worden overgenomen.
Scheidsrechtersbal
Een scheidsrechtersbal is een spelhervatting na een noodzakelijke, tijdelijke onderbreking van het spel voor elke reden, die niet elders in de spelregels wordt genoemd.
Procedure
De scheidsrechter laat de bal vallen op de plaats waar deze was toen het spel werd onderbroken. De bal is in het spel zodra deze de grond raakt.
Overtredingen/straffen
Een scheidsrechterbal wordt overgenomen:
• wanneer de bal wordt geraakt door een speler voordat de bal de grond raakt;
• als de bal, nadat deze de grond heeft geraakt, buiten het speelveld terechtkomt, zonder te zijn geraakt door een speler.
Bijzondere omstandigheden
Een vrije schop voor de verdedigende partij binnen het eigen doelgebied wordt genomen vanaf elk willekeurig punt binnen dit gebied. Een indirecte vrije schop voor de aanvallende partij binnen het doelgebied van de tegenpartij wordt genomen vanaf de lijn van het doelgebied, die evenwijdig loopt aan de doellijn vanaf een plek zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding. Een scheidsrechtersbal om de wedstrijd te hervatten na een tijdelijke onderbreking, binnen het doelgebied, wordt genomen op de lijn van het doelgebied, die evenwijdig loopt aan de doellijn op een plek zo dicht mogelijk bij de plaats waar de bal was toen het spel werd onderbroken.
De bal uit het spel
De bal is uit het spel wanneer:
• hij geheel en al over de doellijn of zijlijn is gegaan, hetzij over de grond, hetzij door de lucht;
• het spel is onderbroken door de scheidsrechter.
De bal in het spel
De bal is in het spel op ieder ander moment, dus ook:
• wanneer hij terugspringt van een doelpaal, doellat, of hoekvlaggenstok en in het speelveld blijft;
• wanneer hij terugspringt van de scheidsrechter of een assistent-scheidsrechter wanneer deze zich binnen het speelveld bevindt.
Toelichting: bal over de lijn...of niet?
Wanneer is een bal nu uit en wanneer nog niet?
Over de bal en de lijn bestaan veel misverstanden. De regel is dat een bal pas 'uit' is wanneer deze geheel over de lijn is. Geheel betekent dat een bal 'in' is als een deel van de bal nog boven de lijn is. Deze plaatjes verduidelijken de regel.
Doelpunt
Er is gescoord, wanneer de bal geheel en al over de doellijn tussen de doelpalen en onder de doellat is gegaan, mits er geen overtreding van de spelregels is gemaakt door de partij die scoort.
Hoe ver moet een bal over de doellijn zijn voor het een geldig doelpunt is?
Winnende partij
De partij die het meest heeft gescoord, heeft gewonnen. Wanneer beide partijen evenveel hebben gescoord, of wanneer er niet is gescoord, is er sprake van een gelijkspel.
Competitiereglementen
Voor wedstrijden die in een gelijkspel eindigen kunnen de competitiereglementen voorzien in regelingen betreffende verlengingen, of andere, door de International F.A. Board goedgekeurde, procedures, om de winnaar van een wedstrijd te bepalen.
Buitenspelpositie
Buitenspel zijn als zodanig is geen overtreding. Een speler bevindt zich in buitenspelpositie indien:
• hij dichter bij de doellijn van de tegenpartij is dan de bal en de voorlaatste tegenstander.
Een speler bevindt zich niet in buitenspelpositie indien:
• hij zich op zijn eigen speelhelft bevindt;
• hij gelijk staat met de voorlaatste tegenstander;
• hij gelijk staat met de laatste twee tegenstanders.
Strafbaar
Een speler wordt alleen voor zijn buitenspelpositie bestraft indien hij, op het moment dat de bal wordt geraakt of gespeeld door een medespeler, naar het oordeel van de scheidsrechter, actief bij het spel is betrokken door:
• in te grijpen in het spel; of
• een tegenstander in diens spel te beïnvloeden; of
• voordeel te trekken uit zijn buitenspelpositie.
Niet strafbaar
Een speler wordt niet voor zijn buitenspelpositie bestraft indien hij de bal rechtstreeks ontvangt uit een:
• doelschop; of
• inworp; of
• hoekschop.
Straf
Voor elke strafbare buitenspelpositie moet de scheidsrechter een indirecte vrije schop toekennen aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de “overtreding” plaatsvond.
---
OVERTREDINGEN EN ONBEHOORLIJK GEDRAG |
|
Overtredingen en onbehoorlijk gedrag worden bestraft met:
A - Een directe vrije schop
Een directe vrije schop wordt toegekend aan de tegenpartij, indien een speler één van de zes hieronder volgende overtredingen begaat op een wijze die door de scheidsrechter wordt beoordeeld als onvoorzichtig, onbesuisd of als gepaard
gaande met buitensporige inzet:
1. een tegenstander trapt of probeert te trappen;
2. een tegenstander laat vallen of probeert te laten vallen;
3. springt naar een tegenstander;
4. een tegenstander aanvalt;
5. een tegenstander slaat of probeert te slaan;
6. een tegenstander duwt.
Een directe vrije schop wordt ook toegekend aan de tegenpartij, indien een speler één van de vier hieronder volgende overtredingen begaat:
7. een tackle om de bal te veroveren zodanig uitvoert, dat de tegenstander eerder wordt geraakt dan de bal;
8. een tegenstander vasthoudt;
9. een tegenstander bespuwt;
10. opzettelijk de bal met de hand of arm speelt (dit geldt niet voor de doelverdediger binnen zijn eigen strafschopgebied).
Een directe vrije schop wordt genomen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Een strafschop
Een strafschop wordt toegekend, indien een speler één van de tien hierboven genoemde overtredingen begaat in zijn eigen strafschopgebied, ongeacht de plaats waar de bal zich bevindt, mits deze in het spel is.
B - Een indirecte vrije schop
Een indirecte vrije schop wordt toegekend aan de tegenpartij, indien een doelverdediger, binnen zijn eigen strafschopgebied, één van de vijf hieronder volgende overtredingen begaat:
1. langer dan zes seconden de bal in zijn handen houdt, voordat hij deze weer in het spel brengt;
2. de bal weer met de handen aanraakt, nadat hij deze in het spel heeft gebracht en zonder dat deze is geraakt door een andere speler;
3. de bal met de handen aanraakt, nadat deze hem doelbewust door een medespeler met de voeten is toegespeeld;
4. de bal met de handen aanraakt, nadat hij deze rechtstreeks heeft ontvangen uit een inworp genomen door een medespeler.
Een indirecte vrije schop wordt ook toegekend aan de tegenpartij, indien een speler, naar het oordeel van de scheidsrechter:
5. speelt op een gevaarlijke wijze;
6. een tegenstander in diens loop belemmert;
7. voorkomt dat de doelverdediger de bal uit zijn handen in het spel kan brengen;
8. een andere overtreding begaat, niet eerder genoemd in regel 12, waarvoor het spel wordt onderbroken om een speler te waarschuwen of van het speelveld te zenden. Een indirecte vrije schop wordt genomen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
C - Disciplinaire straffen
De gele of de rode kaart kan alleen worden getoond aan een speler, een wisselspeler of een vervangen speler. Overtredingen die met een waarschuwing worden bestraft
Een speler ontvangt een waarschuwing en wordt de gele kaart getoond, indien hij één van de zeven hieronder volgende overtredingen begaat:
1. zich schuldig maakt aan onsportief gedrag;
2. door woord of gebaar toont het niet eens te zijn met een beslissing van de scheidsrechter;
3. herhaaldelijk de spelregels overtreedt;
4. de uitvoering van een spelhervatting vertraagt;
5. niet de vereiste afstand in acht neemt bij een hoekschop of een vrije schop;
6. het speelveld (opnieuw) betreedt zonder toestemming van de scheidsrechter;
7. doelbewust het speelveld verlaat zonder toestemming van de scheidsrechter.
Overtredingen die met een veldverwijdering worden bestraft
Een speler wordt van het speelveld gezonden en wordt de rode kaart getoond, indien hij één van de zeven hieronder volgende overtredingen begaat:
1. zich schuldig maakt aan ernstig gemeen spel;
2. zich schuldig maakt aan een gewelddadige handeling;
3. een tegenstander of een ander persoon bespuwt;
4. de tegenpartij een doelpunt of een duidelijke scoringskans ontneemt, door opzettelijk de bal met de hand of arm te spelen (dit geldt niet voor de doelverdediger binnen zijn eigen strafschopgebied);
5. een tegenstander die zich in de richting van het doel van die speler begeeft, een duidelijke scoringskans ontneemt door middel van een overtreding waarvoor een vrije schop of strafschop moet worden toegekend;
6. grove, beledigende taal of een scheldwoord gebruikt en/of gebaren maakt;
7. een tweede waarschuwing ontvangt in dezelfde wedstrijd.
Een speler die van het speelveld is gezonden, dient de nabijheid van het speelveld en de instructiezone te verlaten.
OB 1
Een speler die een overtreding begaat, zowel binnen als buiten het speelveld, die wordt bestraft met een waarschuwing of een veldverwijdering, wordt bestraft naar de aard van de overtreding. Dit geldt voor alle overtredingen begaan ten opzichte van een tegenstander, een medespeler, de scheidsrechter, een assistent-scheidsrechter of een ander persoon.
OB 2
De doelverdediger wordt geacht in het bezit van de bal te zijn, indien hij deze aanraakt met enig deel van zijn hand of arm. Hiermee wordt ook bedoeld het opzettelijk pareren van de bal, maar niet wanneer, naar het oordeel van de scheidsrechter, de bal toevallig terugstuit van de doelverdediger, b.v. nadat hij een “save” heeft verricht.
OB 3
Behoudens het bepaalde in regel 12, mag een speler de bal toespelen op zijn eigen doelverdediger met zijn hoofd, borst, knie, etc.. Indien een speler echter, naar het oordeel van de scheidsrechter, doelbewust een “truc” gebruikt om de regel te omzeilen (terwijl de bal in het spel is), maakt de speler zich schuldig aan onsportief gedrag. Hij ontvangt een waarschuwing, hem wordt de gele kaart getoond en aan de tegenpartij wordt een indirecte vrije schop toegekend, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond. Een speler die doelbewust een “truc” gebruikt om de regel te omzeilen terwijl hij een vrije
schop neemt, ontvangt een waarschuwing wegens onsportief gedrag en hem wordt de gele kaart getoond. De vrije schop wordt overgenomen. In die gevallen is het niet van belang of de doelverdediger de bal vervolgens met de handen aanraakt of niet. De overtreding is begaan door de speler, die probeert zowel de letter als de geest van regel 12 te omzeilen.
OB 4
Een tackle van achteren, die de veiligheid vaneen tegenstander in gevaar brengt, moet worden bestraft als ernstig gemeen spel.
OB 5
Elke voorgewende handeling op het veld, welke is bedoeld om de scheidsrechter te misleiden, dient te worden bestraft als onsportief gedrag.
BINDENDE INSTRUCTIE
De scheidsrechter wordt opgedragen dat, in geval van duidelijk vasthouden en/of trekken, de overtreding moet worden bestraft met een directe vrije schop of een strafschop (indien de overtreding is begaan binnen het eigen strafschopgebied) en de speler die de overtreding begaat, moet worden gewaarschuwd en de gele kaart moet worden getoond wegens onsportief gedrag.
TOELICHTING: HANDS
Hands houdt in, dat de speler de bal opzettelijk met de hand of arm speelt/raakt.
De scheidsrechter moet het volgende in overweging nemen:
de beweging van de hand naar de bal (niet de bal naar de hand);
Disciplinaire straffen: wanneer wordt wel of niet een gele of rode kaart getoond?
Geel:
Er zijn omstandigheden waarbij een waarschuwing wegens onsportief gedrag bij een opzettelijke handsbal nodig is, bijv. als een speler:
Rood:
Een speler wordt echter van het speelveld gezonden, als hij een doelpunt of een duidelijke scoringskans voorkomt door opzettelijk hands te maken. Het criterium is niet het opzettelijk spelen van de bal met de hand op zich, maar het feit dat hierdoor een duidelijk scoringskans of doelpunt wordt voorkomen.
Doelverdediger
Buiten zijn eigen strafschopgebied gelden voor de doelverdediger dezelfde regels om de bal met hand of arm te mogen spelen als voor iedere andere speler.
---
Soorten vrije schoppen
Vrije schoppen zijn direct of indirect. Voor de vrije schop geldt dat de bal stil moet liggen wanneer de schop wordt genomen en dat de nemer de bal niet voor de tweede keer raakt, voordat deze is geraakt door een andere speler.
De directe vrije schop
• indien een directe vrije schop rechtstreeks in het doel van de tegenpartij wordt getrapt, wordt een doelpunt toegekend;
• indien een directe vrije schop rechtstreeks in het eigen doel wordt getrapt, wordt een hoekschop toegekend aan de tegenpartij.
De indirecte vrije schop
Teken
De scheidsrechter geeft aan dat het een indirecte vrije schop betreft door zijn arm boven zijn hoofd te heffen. Hij moet zijn arm in die positie houden, totdat de schop is genomen en de bal is geraakt door een andere speler of uit het spel is.
Bal in het doel
Er kan alleen een doelpunt worden gemaakt indien de bal, nadat de vrije schop is genomen, wordt geraakt door een andere speler voordat de bal in het doel gaat:
• wanneer een indirecte vrije schop rechtstreeks in het doel van de tegenpartij wordt getrapt, wordt een doelschop toegekend;
• wanneer een indirecte vrije schop rechtstreeks in het eigen doel wordt getrapt, wordt een hoekschop toegekend aan de tegenpartij.
Plaats van de vrije schop
Vrije schop binnen het strafschopgebied
Directe of indirecte vrije schop voor de verdedigende partij:
• alle tegenstanders bevinden zich op tenminste 9.15 meter van de bal;
• alle tegenstanders blijven buiten het strafschopgebied totdat de bal in het spel is;
• de bal is in het spel wanneer deze rechtstreeks buiten het strafschopgebied is getrapt;
• een vrije schop binnen het doelgebied mag worden genomen vanaf elk willekeurig punt binnen dat gebied.
Indirecte vrije schop voor de aanvallende partij:
• alle tegenstanders bevinden zich op tenminste 9.15 meter van de bal totdat deze in het spel is, tenzij ze op de eigen doellijn tussen de doelpalen staan;
• de bal is in het spel wanneer deze is getrapt en beweegt;
• een indirecte vrije schop binnen het doelgebied wordt genomen vanaf de lijn van het doelgebied, die evenwijdig loopt aan de doellijn, vanaf een plek zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding.
Vrije schop buiten het strafschopgebied
• alle tegenstanders bevinden zich op tenminste 9.15 meter van de bal totdat de bal in het spel is;
• de bal is in het spel wanneer deze is getrapt en beweegt;
• de vrije schop wordt genomen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Overtredingen/straffen
Indien een vrije schop wordt genomen en een tegenstander bevindt zich dichter bij de bal dande vereiste afstand:
• wordt de vrije schop overgenomen.
Wanneer bij een vrije schop voor de verdedigende partij binnen het eigen strafschopgebied de bal niet rechtstreeks in het spel wordt gebracht:
• wordt de vrije schop overgenomen.
Vrije schop genomen door een andere speler dan de doelverdediger
Als de nemer, nadat de bal in het spel is, de bal voor de tweede keer raakt (niet met zijn handen), voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Als de nemer, nadat de bal in het spel is, opzettelijk de bal met hand of arm speelt, voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een directe vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond;
• wordt een strafschop toegekend indien de overtreding plaatsvond binnen het eigen strafschopgebied.
Vrije schop genomen door de doelverdediger
Als de doelverdediger, nadat de bal in het spel is, de bal voor de tweede keer raakt (niet met zijn handen), voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Als de doelverdediger, nadat de bal in het spel is, opzettelijk de bal met hand of arm speelt, voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een directe vrije schop toegekend aan de tegenpartij indien de overtreding plaatsvond buiten zijn eigen strafschopgebied, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond;
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij indien de overtreding plaatsvond binnen zijn eigen strafschopgebied, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Indien de bal in het spel is, wordt een strafschop toegekend tegen de partij die binnen het eigen strafschopgebied één van de tien overtredingen begaat, waarvoor buiten het strafschopgebied een directe vrije schop wordt toegekend.
Uit een strafschop kan rechtstreeks worden gescoord. De wedstrijd moet worden verlengd voor een strafschop die wordt genomen aan het einde van een helft of aan het einde van een verlenging.
Positie van de bal en de spelers
De bal:
• moet op de strafschopstip liggen.
Het moet duidelijk zijn:
• welke speler de strafschop neemt.
De doelverdediger van de verdedigende partij:
• moet, totdat de bal is getrapt, op de doellijn tussen de doelpalen blijven met de voorzijde van zijn lichaam richting strafschopnemer.
De overige spelers bevinden zich:
• binnen het speelveld;
• buiten het strafschopgebied;
• achter de strafschopstip;
• op tenminste 9.15 meter van de strafschopstip.
De scheidsrechter
• geeft pas het teken om de strafschop te laten nemen op het moment dat alle spelers een positie hebben ingenomen in overeenstemming met de regel;
• bepaalt wanneer een strafschop zijn uitwerking heeft gehad.
Procedure
• de strafschopnemer trapt de bal in voorwaartse richting;
• hij speelt de bal niet voor de tweede keer voordat deze is geraakt door een andere speler;
• de bal is in het spel wanneer deze is getrapt en in voorwaartse richting beweegt.
Wanneer een strafschop wordt genomen tijdens de normale speeltijd, of wanneer er wordt verlengd aan het einde van de eerste of tweede helft om de strafschop te laten nemen of overnemen, wordt een doelpunt toegekend indien, voordat
de bal het doelvlak passeert:
• de bal één of beide doelpalen raakt en/of de doellat, en/of de doelverdediger.
Overtredingen/straffen
Nadat de scheidsrechter het teken voor het nemen van een strafschop heeft gegeven, kan zich, voordat de bal in het spel is, één van de volgende situaties voordoen:
De nemer begaat een overtreding:
• de scheidsrechter laat de strafschop nemen;
• als de bal in het doel gaat, wordt de strafschop overgenomen;
• als de bal niet in het doel gaat, wordt de strafschop niet overgenomen.
De doelverdediger begaat een overtreding:
• de scheidsrechter laat de strafschop nemen;
• als de bal in het doel gaat, wordt een doelpunt toegekend;
• als de bal niet in het doel gaat, wordt de strafschop overgenomen.
Een medespeler van de nemer betreedt het strafschopgebied of begeeft zich vóór, of op minder dan 9.15 meter van de strafschopstip:
• de scheidsrechter laat de strafschop nemen;
• als de bal in het doel gaat, wordt de strafschop overgenomen;
• als de bal niet in het doel gaat, wordt de strafschop niet overgenomen;
• als de bal in het spel terugkomt van de doelverdediger, de doellat of de doelpaal en wordt geraakt door de medespeler, onderbreekt de scheidsrechter het spel en wordt de wedstrijd hervat met een indirecte vrije schop voor de verdedigende partij.
Een medespeler van de doelverdediger betreedt het strafschopgebied of begeeft zich vóór, of op minder dan 9.15 meter van de strafschopstip:
• de scheidsrechter laat de strafschop nemen;
• als de bal in het doel gaat, wordt een doelpunt toegekend;
• als de bal niet in het doel gaat, wordt de strafschop overgenomen.
Spelers van zowel de verdedigende als de aanvallende partij begaan een overtreding:
• de strafschop wordt overgenomen.
Als, nadat de strafschop is genomen:
De nemer de bal voor de tweede keer raakt (niet met zijn handen) voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
De nemer opzettelijk de bal met hand of arm speelt voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een directe vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
De bal wordt geraakt door een handeling van buitenaf, terwijl de bal zich in voorwaartse richting beweegt:
• wordt de strafschop overgenomen.
De bal terug in het speelveld springt van de doelverdediger, de doellat of een doelpaal, en dan wordt geraakt door een handeling van buitenaf:
• onderbreekt de scheidsrechter het spel;
• wordt het spel hervat met een scheidsrechtersbal op de plaats waar de bal werd geraakt door de handeling van buitenaf.
Een inworp is een manier om het spel te hervatten. Uit een inworp kan niet rechtstreeks worden gescoord.
Een inworp wordt toegekend:
• wanneer de bal geheel en al over de zijlijn is gegaan, hetzij over de grond, hetzij door de lucht;
• vanaf de plaats waar de bal over de zijlijn ging;
• aan de tegenpartij van de speler die de bal het laatst raakte.
Procedure
Op het moment van inwerpen geldt voor de inwerper dat hij:
• met de voorzijde van zijn lichaam in de richting van het speelveld staat;
• met een gedeelte van elke voet op of achter de zijlijn staat;
• beide handen gebruikt;
• de bal inwerpt van achter het hoofd en daarboven loslaat.
De inwerper mag de bal niet voor de tweede keer raken, voordat deze is geraakt door een andere speler.
De bal is in het spel onmiddellijk nadat deze in het speelveld is gekomen.
Overtredingen/straffen
Inworp genomen door een andere speler dan de doelverdediger:
Als de inwerper, nadat de bal in het spel is gebracht, de bal voor de tweede keer raakt (niet met zijn handen), voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Als de inwerper, nadat de bal in het spel is gebracht, opzettelijk de bal met hand of arm speelt, voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een directe vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond;
• wordt een strafschop toegekend wanneer de overtreding plaatsvond binnen het strafschopgebied van de inwerper.
Inworp genomen door de doelverdediger:
Als de doelverdediger, nadat de bal in het spel is gebracht, de bal voor de tweede keer raakt (niet met zijn handen), voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Als de doelverdediger, nadat de bal in het spel is gebracht, opzettelijk de bal met hand of arm speelt, voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een directe vrije schop toegekend aan de tegenpartij wanneer de overtreding plaatsvond buiten zijn eigen strafschopgebied, te nemen vanaf de plaats van de overtreding;
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij wanneer de overtreding plaatsvond binnen zijn eigen strafschopgebied, te nemen vanaf de plaats van de overtreding.
Indien een tegenstander de inwerper ongeoorloofd misleidt of hindert:
• ontvangt hij een waarschuwing wegens onsportief gedrag en wordt hem de gele kaart getoond.
Voor elke andere overtreding van deze regel:
• wordt de inworp genomen door een speler van de tegenpartij.
Een doelschop is een manier om het spel te hervatten. Vanuit een doelschop kan rechtstreeks worden gescoord, echter alleen in het doel van de tegenpartij. Een doelschop wordt toegekend:
• wanneer de bal geheel en al over de doellijn is gegaan, hetzij over de grond, hetzij door de lucht, en het laatst is geraakt door een speler van de aanvallende partij, mits er geen doelpunt is gemaakt, zoals bedoeld in regel 10.
Procedure
• de doelschop wordt genomen door een speler van de verdedigende partij vanaf een willekeurig punt binnen het doelgebied;
• de tegenstanders blijven buiten het strafschopgebied totdat de bal in het spel is;
• de nemer speelt de bal niet voor de tweede keer, voordat deze is geraakt door een andere speler;
• de bal is in het spel wanneer deze rechtstreeks buiten het strafschopgebied is getrapt.
Overtredingen/straffen
Als de bal niet rechtstreeks buiten het strafschopgebied wordt getrapt:
• wordt de doelschop overgenomen.
Doelschop genomen door een andere speler dan de doelverdediger:
Als de nemer, nadat de bal in het spel is gebracht, de bal voor de tweede keer raakt (niet met zijn handen), voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Als de nemer, nadat de bal in het spel is gebracht, opzettelijk de bal met hand of arm speelt, voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een directe vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond;
• wordt een strafschop toegekend wanneer de overtreding plaatsvond binnen het strafschopgebied van de nemer .
Doelschop genomen door de doelverdediger:
Als de doelverdediger, nadat de bal in het spel is gebracht, de bal voor de tweede keer raakt (niet met zijn handen), voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Als de doelverdediger, nadat de bal in het spel is gebracht, opzettelijk de bal met hand of arm speelt, voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een directe vrije schop toegekend aan de tegenpartij, wanneer de overtreding plaatsvond buiten het strafschopgebied van de doelverdediger, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond;
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, wanneer de overtreding plaatsvond binnen het strafschopgebied van de doelverdediger, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Voor elke andere overtreding van deze regel:
• wordt de doelschop overgenomen.
Een hoekschop is een manier om het spel te hervatten.
Vanuit een hoekschop kan rechtstreeks worden gescoord in het doel van de tegenpartij. Een hoekschop wordt toegekend:
• wanneer de bal geheel en al over de doellijn is gegaan, hetzij over de grond, hetzij door de lucht, en het laatst is geraakt door een speler van de verdedigende partij, mits er geen doelpunt is gemaakt zoals bedoeld in regel 10.
Procedure
• de bal ligt binnen de kwartcirkel van het hoekschopgebied bij de dichtstbijzijnde hoekvlaggenstok;
• de hoekvlaggenstok blijft op zijn plaats;
• de tegenstanders bevinden zich op tenminste 9.15 meter van de bal totdat deze in het spel is;
• de bal is in het spel, wanneer deze is getrapt en beweegt;
• de nemer speelt de bal niet voor de tweede keer, voordat deze is geraakt door een andere speler.
Overtredingen/straffen
Hoekschop genomen door een andere speler dan de doelverdediger:
Als de nemer, nadat de bal in het spel is gebracht, de bal voor de tweede keer raakt (niet met zijn handen), voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Als de nemer, nadat de bal in het spel is gebracht, opzettelijk de bal met hand of arm speelt, voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een directe vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond;
• wordt een strafschop toegekend als de overtreding plaatsvond binnen het strafschopgebied van de nemer.
Hoekschop genomen door de doelverdediger:
Als de doelverdediger, nadat de bal in het spel is gebracht, de bal voor de tweede keer raakt (niet met de handen), voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Als de doelverdediger, nadat de bal in het spel is gebracht, opzettelijk de bal met hand of arm speelt, voordat deze is geraakt door een andere speler:
• wordt een directe vrije schop toegekend aan de tegenpartij, wanneer de overtreding plaatsvond buiten het strafschopgebied van de doelverdediger, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond;
• wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, wanneer de overtreding plaatsvond binnen het strafschopgebied van de doelverdediger, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.
Voor elke andere overtreding van deze regel:
• wordt de hoekschop overgenomen.
REGELING OM DE WINNAAR VAN EEN WEDSTRIJD TE BEPALEN |
|
DE ’GOLDEN GOAL REGELING’
De ‘golden goal regeling’ en de strafschoppenserie zijn manieren om te bepalen wie de winnaar is, wanneer de competitiereglementen bepalen dat er een winnaar moet zijn bij een gelijkspel.
Procedure
1. De partij welke als eerste scoort tijdens de verlenging na afloop van de normale speeltijd, is de winnaar.
2. Indien er niet gescoord wordt, wordt de wedstrijd beslist door een strafschoppenserie.
DE STRAFSCHOPPENSERIE
Procedure
1. De scheidsrechter bepaalt op welk doel de strafschoppen zullen worden genomen.
2. De scheidsrechter zal tossen met een muntstuk en de partij die de toss wint, moet de eerste strafschop nemen.
3. De scheidsrechter maakt aantekeningen van de genomen strafschoppen.
4. Met inachtneming van de hierna genoemde voorwaarden, nemen beide partijen vijf strafschoppen.
5. De strafschoppen worden om en om genomen.
6. De strafschoppenserie zal niet worden voortgezet, zodra een partij een aantal doelpunten heeft gemaakt, dat door de andere partij niet meer kan worden bereikt.
7. Als, nadat elke partij vijf strafschoppen heeft genomen en elke partij een gelijk aantal of geen doelpunten heeft gemaakt, wordt de strafschoppenserie voortgezet totdat, nadat elke partij een gelijk aantal strafschoppen heeft genomen, de ene partij een doelpunt meer heeft gemaakt dan de andere.
8. Onder de voorwaarde dat zijn partij nog niet het reglementair toegestane aantal wisselspelers heeft gebruikt, mag een doelverdediger die tijdens de strafschoppenserie geblesseerd raakt en niet in staat is om verder als doelverdediger
op te treden, door een wisselspeler worden vervangen.
9. Met uitzondering van het onder 8 bepaalde, mogen alleen spelers die op het speelveld zijn aan het einde van de wedstrijd, de tijd van een eventuele verlenging inbegrepen, deelnemen aan de strafschoppenserie.
10. Elke strafschop moet door een andere speler worden genomen en alle in aanmerking komende spelers moeten een strafschop hebben genomen, voordat een speler een tweede strafschop mag nemen.
11. Een speler die in aanmerking komt om deel te nemen aan de strafschoppenserie, mag op elk moment tijdens het nemen van de strafschoppen met zijn doelverdediger van plaats wisselen.
12. Alleen in aanmerking komende spelers en de (assistent-)scheidsrechters mogen zich tijdens de strafschoppenserie op het speelveld bevinden.
13. Alle spelers, met uitzondering van de nemer van de strafschop en de twee doelverdedigers, moeten in de middencirkel blijven.
14. De doelverdediger, die tot dezelfde partij behoort als de nemer van de strafschop, moet zich opstellen binnen het speelveld, buiten het strafschopgebied en wel op de plek waar de doellijn en de lijn van het strafschopgebied samenkomen.
15. Indien een partij de wedstrijd beëindigt met een groter aantal spelers dan de tegenpartij, moet deze partij haar aantal spelers verminderen tot het aantal van de tegenpartij en de scheidsrechter op de hoogte brengen van de naam en het nummer van elke uit te sluiten speler. De aanvoerder heeft deze verantwoordelijkheid.
16. Voor aanvang van de strafschoppenserie moet de scheidsrechter zich ervan overtuigen, dat slechts een gelijk aantal spelers van elke partij in de middencirkel verblijft en zij moeten de strafschoppen nemen.
17. Tenzij anders bepaald, zullen de betreffende spelregels en de Officiële Beslissingen van de International F.A. Board ten aanzien van de strafschoppenserie van kracht zijn.
De instructiezone, zoals omschreven in regel 3, officiële beslissing 2, heeft met name betrekking op wedstrijden welke gespeeld worden op voetbalvelden met een bank/dug-out voor de technische staf en de wisselspelers zoals hieronder weergegeven. De instructiezone kan qua omvang of plaats per veld verschillen, maar de volgende opmerkingen worden als een algemene richtlijn uitgevaardigd:
1. De instructiezone mag niet langer zijn dan de lengte van de bank/dug-out, plus 1 meter aan weerszijden van de bank/dug-out, en voor de bank/dug-out loopt deze zone tot 1 meter vanaf en evenwijdig met de zijlijn.
2. Het wordt aanbevolen om deze zone af te bakenen.
3. Het toegestane aantal personen binnen de instructiezone wordt bepaald door het competitiereglement.
4. Degenen die zich binnen de instructiezone bevinden, moeten, in overeenstemming met het competitiereglement, eventueel voor de aanvang van de wedstrijd worden opgegeven.
5. Slechts één persoon tegelijkertijd heeft de bevoegdheid om instructies te geven en moet onmiddellijk daarna naar zijn plaats terugkeren.
6. De coach en de andere officials moeten binnen de grenzen van de instructiezone blijven, behalve bij bijzondere omstandigheden, zoals bijvoorbeeld een verzorger of een arts die met toestemming van de scheidsrechter het speelveld betreedt om een geblesseerde speler te verzorgen (onderzoeken).
7. De coach en de overigen die zich binnen de instructiezone bevinden, moeten zich op een verantwoorde manier gedragen.
1. De vierde official kan worden aangesteld op grond van de competitiereglementen en hij kan als één van de leden van het arbitrale trio fungeren, als één van de leden van dat trio niet langer in staat is zijn taak uit te oefenen.
2. Voor aanvang van de competitie dient de organisator duidelijk aan te geven of, wanneer de scheidsrechter de wedstrijd niet voort kan zetten, de vierde official de taak als scheidsrechter overneemt of dat één van de assistent-scheidsrechters de taak als scheidsrechter overneemt, in welk geval de vierde official assistent-scheidsrechter wordt.
3. De vierde official verleent assistentie bij de administratieve handelingen vóór, tijdens en na de wedstrijd, zoals bepaald door de scheidsrechter.
4. Hij is verantwoordelijk voor het verlenen van assistentie bij de invallersprocedure tijdens de wedstrijd.
5. Hij houdt toezicht op de reserveballen. Als de wedstrijdbal moet worden vervangen tijdens de wedstrijd, moet hij, op aanwijzing van de scheidsrechter, een andere bal ter beschikking stellen, om zodoende het oponthoud tot een minimum te beperken.
6. Hij is verplicht de uitrusting van de invallers te controleren, voordat zij het speelveld betreden. Wanneer hun uitrusting niet in overeenstemming is met de spelregels, informeert hij de scheidsrechter.
7. De vierde official assisteert de scheidsrechter te allen tijde.
Hij moet aan de scheidsrechter aangeven:
• wanneer de verkeerde speler wordt gewaarschuwd vanwege een persoonsverwisseling;
of
• wanneer een speler niet van het speelveld wordt gezonden terwijl hij gezien heeft dat deze een tweede waarschuwing heeft ontvangen; of
• wanneer een gewelddadige handeling plaatsvindt buiten het gezichtsveld van de scheidsrechter en de assistent-scheidsrechters.
De scheidsrechter evenwel behoudt de bevoegdheid om te beslissen over alle spelaangelegenheden.
8. Na de wedstrijd moet de vierde official een rapport sturen aan de bevoegde instantie over elke vorm van onbehoorlijk gedrag of ander voorval dat heeft plaatsgevonden buiten het gezichtsveld van de scheidsrechter en de assistent-scheidsrechters. De vierde official moet de scheidsrechter en zijn assistenten adviseren over alle te maken rapporten.
9. Hij is verplicht de scheidsrechter te informeren over onverantwoord gedrag van een ieder die zich binnen de instructiezone bevindt.
Laatste wijziging: 2-2-2016